Enkele uitgangspunten voor de diagnostiek van leerstoornissen: In Nederland bestaat consensus om leerstoornissen te beperken tot ernstige problemen in de basisvaardigheden, te weten technisch lezen, spelling en basale tel- en rekenvaardigheden. Drie belangrijke criteria voor het vaststellen van een leerstoornis zijn het achterstandscriterium, het hardnekkigheidscriterium en het exclusiviteitscriterium(Ghesquière & Ruijssenaars, 2017). Het achterstandscriterium doet een uitspraak over in hoeverre het niveau van een leerling achterligt ten opzichte van leeftijd- en/of groepsgenoten. Na het vaststellen van de achterstand, toetst de diagnosticus de hardnekkigheid van de leerproblemen. Dit maakt het onderscheid tussen een ernstig lees -en/of rekenprobleem en dyslexie/dyscalculie. Hiervoor onderzoekt de diagnosticus of de achterstand stabiel is over tijd (persistent) en in hoeverre de leerproblemen instructie-ongevoelig blijken (resistent). Een voormeting en een nameting van verschillende tests bieden inzicht in leerrendementen en laten op die manier toe te zien of een kind leerbaar is en groei laat zien. Ten slotte sluit de diagnosticus alternatieve verklaringen voor de achterstand en hardnekkigheid uit. Wanneer alternatieve verklaringen voor de leerproblemen uitgesloten zijn, voldoet een leerling aan het exclusiviteitscriterium. Er kan met grote zekerheid aangenomen worden dat de leerproblemen het gevolg zijn van een leerstoornis. DSM-criteria In de DSM-5 vallen dyslexie en dyscalculie onder de noemer ‘specifieke leerstoornis’ (American Psychiatric Association, 2013). De DSM-5 beschrijft een aantal criteria waaraan een kind moet voldoen om de diagnose ‘specifieke leerstoornis’ te krijgen: Moeite met het aanleren en gebruiken van schoolse vaardigheden. Dit blijkt uit aanhoudende aanwezigheid van ten minste één van deze symptomen gedurende minimaal een half jaar, ondanks dat het kind hulp krijgt bij deze moeilijkheden: onnauwkeurig of langzaam en moeizaam lezen van woorden moeite met het begrijpen van de betekenis van wat wordt gelezen moeite met spelling moeite met schriftelijk uitdrukken moeite met het onder de knie krijgen van gevoel voor en feiten rond getallen en berekeningen moeite met cijfermatig redeneren. De betreffende vaardigheden zijn wezenlijk en meetbaar slechter ontwikkeld dan verwacht mag worden op basis van de leeftijd van het kind en hebben een beduidend negatieve invloed op schoolresultaten en werkprestaties, of op dagelijkse activiteiten. Dit moet bevestigd worden door gestandaardiseerde prestatietests en een volledig onderzoek. De leerproblemen beginnen terwijl het kind naar school gaat, maar uiten zich soms pas echt op het moment dat de betreffende vaardigheden meer belast worden dan het kind aankan. De leerproblemen worden niet verklaard door verstandelijke beperkingen, zicht- of gehoorstoornissen, andere psychische of neurologische stoornissen, psychosociale tegenslagen, matige beheersing van de taal waarin het onderwijs gegeven wordt, of ongeschikt onderwijs. Protocollen Voor diagnostiek van dyscalculie en dyslexie zijn verschillende protocollen beschikbaar. Zie hiervoor Behandelprotocollen. TagsDiagnose Praktijkstandaard